zaterdag 31 december 2011

een ander soort gezelligheid

Vandaag kocht mijn derde haar eigen laptop van haar spaarcenten. Broer en grote zus gingen haar al voor. Alleen de jongste moet het nog doen met de thuis-laptop, maar daar heeft ze nu alleen nog concurrentie van haar moeder. (Ik heb een laptop van mijn werk)

En zo zit alles op de bank, kijkend naar zijn/haar eigen serie.

Toen ik klein was keken we allemaal tegelijk naar dezelfde serie: de Vrijbuiters, Oebele en later Man over de vloer of McCloud, of mini series: De schat van het kasteel zonder naam of de Jonkvrouw van Avignon.

Nu zitten al mij kinderen ergens anders naar te kijken: Alle Bing bang theories, House, Off the map enz.


Mijn scheikunde studerende zoon heeft zelfs een hele passende serie gevonden waarvan ik het bestaan nie eens van kende: over een geflipte scheikunde leraar: Breaking Bad.

En mijn kinderen zullen weer nostalgisch terug kijken naar het moment van nu, omdat het later wel weer helemaal anders zal zijn.



 







vrijdag 30 december 2011

wordt 2012 mijn jaar?

mmmm weet niet.

2011 was mijn kennismaking met twitter en bloggen. Dat heeft veel opgeleverd.

Mooie mensen ontmoet. Mooie dingen gedeeld.

Stappen gezet voor mezelf.

En het heeft dromen wakker gemaakt die ik te rusten had gelegd.
 
Vraag is wat ik daar mee ga doen. Mijn ideeën lopen altijd te hard voor me uit.
De vraag is wat wil ik echt? Wat kan ik echt?
Want anders zijn die ideeën niets meer dan een vehikel om me zelf te bewijzen.

Dus nog even tijd om genoeg afstand te nemen van al die mooie ideeën. Geen haast omdat er een nieuw jaar begint. Als ik wil kan ik op elke dag een nieuw jaar beginnen, op elk uur een nieuw leven.

Waar hebben mijn wensen en ideeën mee te maken?

Wat is de rode draad?

Daar ben ik naar op zoek.

Het heeft te maken met het creëren van ruimte voor de bangerds onder ons.

even een klein stukje privé wereldbeeld:

Volgens mij heb je 3 soorten mensen: De bangerds, de durverds en de derde groep: zij die niet bij de vorige twee horen.

De durverds zijn net zo bang als de bangerds maar weten hun angst te overschreeuwen, of voor zich uit te duwen met hun acties.

De wereld wordt gevormd door de durverds.

Maar er worden hekken neergezet door de bangerds die op zoek zijn naar houvast.

Die hekken maken dat de wereld een lastige plek is voor bangerds die te vrij zijn om zich te bemoeien met het bouwen van hekken, maar te bang zijn om ze omver te duwen.

De derde groep bestaat uit bangerds die een weg gevonden hebben om zich uit te drukken, voorbij (of dwars door) hun angst, en uit durverds die hun angst onder ogen durven te komen. Deze groep beweegt zich dwars door alle hekken heen alsof ze niet bestonden. Deze groep wordt groter en maakt de wereld mooier. Maar nog te vaak worden hun plannen overgenomen door durverds die net te hard schreeuwen en bangerds die de boel dicht willen spijkeren.


Ik ben een bangerd, allergisch voor hekken. Toch heb ik me tot nu toe nog door veel te veel hekken tegen laten houden.

Twitter heeft mij een mogelijkheid gegeven om direct contact te krijgen met de derde groep.


Dankzij hen heb ik in 2011 een paar hekken voor me zelf omver geduwd.

Ben ik er?

Nee.

Het bangerd zijn blijft altijd een beetje aan me kleven. Het durverd willen zijn ligt op de loer. Geen goede stap voor mij omdat ik me zelf dan voorbij loop.

Dus mijn wilde plannen toetsen op wat ik écht wil.

En wat ik echt wil is de hekken weg.

Ruimte voor wie we echt zijn.

Want onder dat laagje dat van ons een durverd of en bangerd maakt, behoren we allemaal tot de laatste groep: mensen die niet uit angst, maar uit liefde contact maken.

.

donderdag 29 december 2011

Door het landschap van een boek lopen



Soms loop ik in een boek. Bovenstaande plek deed me denken aan het begin van een verhaal van Olie B. Bommel. 

Landschappen in de late herfst en kale winter doen me denken aan de tocht van Frodo en Sam in Ithelien.
Ondanks de prachtige films blijft dat landschap toch nog steeds het landschap dat ik als puber al lezend voor me zag.

Bergen zullen altijd de bergen zijn die Tiuri over moet steken om in het rijk van Unauwen te komen.

Alpenweides zijn de weides waar jouweniet een zomer lang bloeit, waarna mijnwel het zaadje weer mee neemt, zoekend naar de tuinen van Dorr.

Dichtbegroeide bossen met bergbeekjes zijn de wouden van Venus: Torenhoog en mijlenbreed. Misschien omdat mijn moeder dat op vakantie in Frankrijk bij zo'n beekje voorlas. Ik verwachtte dat elk moment één van de Afroini uit de het gebladerte te voorschijn zou stappen.

Het zijn vooral de boeken uit mijn jeugd bedenk ik nu, waar ik doorheen wandel.


Bommel boeken: Maarten Toonder
Lord of the Rings Tolkien
Torenhoog en mijlenbreed - Tonke Dragt
De tuinen van Dorr - Paul Biegel
Brief voor de Koning - Tonke Dragt
.

woensdag 28 december 2011

op zoek naar het licht: reflectie

En weer een saaie dag. Een lucht als een grijs laken






Toch een spel met licht. Reflectie. Contrasten.















dinsdag 27 december 2011

donker

Vandaag lukt me het niet om licht te vinden.

Een mooie wandeling, maar alles in grijs en grauwgroen.

Wilde foto's maken onderweg maar de batterijen gingen op. Zo'n dag dus.

Daarom  alleen het startpunt (en daar wordt je ook niet vrolijk van, wel erg sfeervol Dickens-achtig dorpje met statige huizen.)


Mijn wens voor morgen is een klein beetje zon.

maandag 26 december 2011

geloof 5

dialoog over geloven.

hier staan de eerdere delen:
deel 1
deel 2 
deel 3
deel 4

Uiteindelijk vol overgave JA kunnen zeggen is een mooie stap, denk ik.

Wat ik mooi vind aan jouw overgave is dat ie compleet is. Overgave ook aan jezelf, inclusief je nukken. Een pracht van een paradox. Maar jij leeft hem.


Ik heb die JA ook gevoeld. Ook al heb ik hem prachtig verpakt. Hij gaf rust, die JA.

Voor mij was het ook stoppen met zoeken. Niet omdat ik HET gevonden had. Maar omdat ik iets gevonden had dat raakte aan HET.

Ik hoef HET niet te vinden, te pakken en te benoemen. Vooral: ik hoef HET niet meer na te jagen. Als ik alles stil leg, kan ik er heel dicht bij komen. Dat hoeft lang niet altijd in de kerk.

Met kerst en pasen ben ik zelfs nooit in de kerk. Mijn gezin is niet kerkelijk, en ik vind op die dagen een ontbijt met mijn gezin belangrijker dan mijn aanwezigheid in de kerk.

Voor mij is belangrijk dat de kerk er is. Dat ik kan gaan, en daar stilte kan vinden.

Een vast onderdeel heeft voor mij grote betekenis. De predikant zegent ons ten afscheid.

De HERE  zegene en behoede u.  
De HERE doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genade. 
De HERE  verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede

Vreemd genoeg kan ik dit echt voelen aankomen. Ik kan een zegen binnen laten komen. Dat is voor mij van grote betekenis.


Dat, de preek en de mensen zijn voor mij de kerk. Ik weet niet zo goed wat ik met de liederen moet (helemaal niet nu ik daar weinig melodie in hoor). Ik zie dat het voor mijn medekerkgangers wel belangrijk is, en dat is voor mij genoeg.

Heeft voor jou het geloof invloed op je dagelijks leven? Ik kan me bij jou zo voorstellen dat je zonder geloof ook al nadacht over wat je deed en liet. En dat je zonder geloof ook waarachtig en gewetensvol wilde handelen. Maakt geloof daarin verschil?


Bij mij niet zo heel veel denk ik. Ik wordt niet een beter mens door mijn geloof. Of misschien toch: ik blijf dichter bij mezelf. Heb minder waardering van anderen nodig. (Vaak nog te veel, maar als ik droog kom te staan, kan ik nu ook uit een andere bron drinken).


Naschrift:
Ik merk dat sommigen dat "beter mens" verkeerd begrijpen. Ik bedoel daarmee niet: beter dan anderen, maar beter dan mezelf. Ik wordt een betere versie van mezelf. Niet omdat ik geloof, maar doordat ik geloof.

Vergelijken met anderen is iets dat sowieso niet in mij op komt. Welke maatstaf zou je moeten hanteren om te kijken wie een beter mens is? 



Licht



Schilderijen zijn mijn nieuwe liefde.

Vooral het spel van licht vind ik fantastisch. Felle accenten van lichtval tegen een donkere achtergrond.

En al dat moois is als je goed kijkt voortdurend om je heen. Zelfs op een druilerige dag als vandaag. (Ik vind zo'n grijze dag, wolkenliefheber die ik ben, maar niks)

Maar zelfs op een grijze dag kun je je omgeving betrappen op het spel met licht.

We hebben van onze buren oude terrasstoeltjes in bruikleen. Ik ben daar zo blij mee. Ze zijn niet alleen elegant. Het glimmende chroom steekt prachtig af tegen het donkere, matte groen erachter. Spel met licht, vlak voor mijn neus op een sombere dag.

Als je maar weet te kijken. En dat leer ik steeds beter.

zondag 25 december 2011

society 4.0 een filosofische verkenning

Op de sociale media is veel te vinden. Afhankelijk van waar je interesse naar uit gaat kun je diverse trends bespeuren.

Een trend die ik bespeur is een nieuw soort flower power. Mensen komen los van de waan van de dag en vinden elkaar in het zoeken naar de kern.

Vreemd overigens dat twitter zo’n rol kan spelen. Een uitermate verslavend medium, dat je, als je niet uit kijkt, juist mee zuigt in een heel ander soort waan dan die van de dag.

Toch: mooie ontmoetingen, verbondenheid.

Ik waag het om te hopen dat er een cultuurverschuiving plaats vindt.

Ik ga hem zelfs theoretisch onderbouwen:

De filosoof Van Peursen beschreef in zijn boek “Cultuur in stroomversnelling” drie fasen waarin de mensenlijke cultuur zich ontwikkeld heeft.

De Mytishe, de Ontologische en de Functionele.

De fasen kernmerken de manier waarop de mensheid om gaat met de spanning tussen het het immanente (het aardse, alledaagse, gewone, dat wat we kennen), en het transcedente  (de zaken die dit aardse te boven gaan).

Elke culturele fase heeft zijn eigen oplossing om mte dit spanningveld om te gaan.

De mytische fase
De wereld wordt verklaard met behup van mythes. Mensen probeerden in deze fase het onzekere te vangen in verhalen.
Het kernwoord van deze fase is: DAT.
Het overdragen van waarden is belangrijk in deze fase.


De ontologische fase
De wereld wordt verklaard met behulp van kennis. Mensen probeerden in deze fase het onzeker te vangen door het te leren kennen. Transcedente zaken worden to immanente zaken getemd.
Het kernwoord van deze fase is: WAT.
Het overdragen van kennis is belangrijk in deze fase.


De Functionele fase
Daar zitten we nu in. De wereld staat niet meer als onderzoeksobject buiten ons. We gaan de relatie aan. Met de kennis over  de wereld zijn we nu in staat hem naar onze hand te zetten.
Het kernwoord van deze fase in HOE.
Het overdragen van vaardigheden is belangrijk in deze fase.

Tot zo ver Van Peursen.

Ik denk dat we aan een volgende fase beginnen.

Ik noem hem de Nieuw-mytische fase.

We zijn zo druk bezig geweest met het vergaren van kennis en vaardigheden om de wereld naar onze hand te zetten, dat we zijn vergeten om ons het belangrijkste af te vragen:
nu we het stuur in handen hebben . . . . waar gaan we heen?

Met die vraag zijn veel mensen bezig als ik mijn timeline bekijk en de blogs lees.

Mooi. Dat is namelijk de kernvraag van deze nieuwe fase: WAARTOE?

Laten we stoppen met blij zijn al een kind over wat we allemaal kunnen. Laten we beseffen dat we tovenaarsleerlingen zijn, die dingen aan het ontdekken waar we nog niet klaar voor zijn.

Zolang we die vraag waartoe? niet stellen, zullen we nooit klaar zijn.

Ik noem dit de nieuw-mytische fase, omdat we terug kunnen grijpen naar een fantastisch instrument: verhalen.

Met verhalen kunnen we van elkaar leren wat echt belangrijk is: verhalen.
Verhalen van mens tot mens. Die verhalen geven zin aan ons handelen.

Laten we de sociale media vooral daarvoor gebruiken.

zaterdag 24 december 2011

leven in een schilderij




Via twitter had ik een gesprek met een lotgenote. Ook laat doof.

Beiden ervaren we dat we meer genieten van wat we allemaal zien. We zoeken de kunst op en worden net zo geraakt als we vroeger door muziek geraakt konden worden.

Ik ontdek dat schoonheid overal is. Hoe meer ik om me heen kijk hoe meer ik zie.

Overweldigend soms. Ik zou het vast willen leggen: fotograferen, schilderen, beschrijven. Maar dat wat echt mooi is laat zich niet vangen. Ik zuig het in en verbeeld me dat die schoonheid nu onderdeel van mij is. Dat het voor altijd bij me blijft. Ik verbeeld mij dat en dus is het zo.

Toch even wat foto's om te late zien hoe mooi Nederland is. Zomaar gemaakt op 5 minuten van mijn voordeur. Ik ben een gelukkig mens.






woensdag 21 december 2011

mooier dan echt in het echt



Zomaar een dag.

Nat.

Buien.

Rijdend door Nederland wordt hij bijzonder.


Want tussen de buien: kleine stukjes blauw (o zo blauw!),  en witte stapelwolken.


De zon bestrijkt het groene gras dat oplicht tegen een achtergrond van grijsgrouwe bomen.

Daartussen het bleke riet, een zilveren lint.

En helemaal daar achter de volgende bui. Diep en donker.

Technicolour, photoshop. Mooier dan echt. En dat in het echt.

Binnen in mij woedt een heerlijke oorlog.  Tussen de grenzeloze zwerver en de clichéminnende huismus.

Want dat groen is het groen van de poederkorreltjes die je uit het zakje op de belijmde heuvels van je modelbaan strooit. Die perfecte wereld waar alles klopt. Waar de treinen op tijd rijden. Waar de sneeuw nooit zwart en smerig wordt. Waar alles wat mooi is, stevig op zijn plek gelijmd zit.

En tegelijk wil mijn grenzeloze zwerver het groen in stappen. Het pad af, zeven sloten tegelijk over, dwars door de buien om aan de andere kant weer op te drogen. En verder nog, de horizon vooruit duwend.

Perfectie en ruigheid sluiten vrede in dat éne ondeelbare moment.



zulk gras dus

donderdag 15 december 2011

De weetmuts

In een Bommel verhaal de Weetmuts krijgt Heer Bommel een muts waarmee hij heel veel feiten kan onthouden. Het wordt hem te veel, en hij gaat er onderdoor. Tom Poes gaat naar de dwerg Kweetal, die hem een "redenontleder" geeft. Als hij die loslaat op de muts krimpt hij direct.

Feiten zonder reden, vormen geen kennis.


Dus spaar mij alle links die de internet databases ontsluiten. Elke gek die weet hoe hij een "query" los kan laten op een algemene database doet tegenwoordig goede zaken. Is het niet via twitter dan wel via SMS ... naar ... en je weet het.

Ik wil het niet weten , dank je. Mijn muts is vol genoeg.

zondag 11 december 2011

een totaal nieuw concept

Ik heb een gouden idee.

Ik schrijf blogs. Kleine, korte stukjes.

Nu merk ik steeds vaker dat deze stukjes iets met elkaar te maken hebben. Ik plaats dus links, naar andere stukjes zodat de lezers die ook kunnen lezen.

Heen en weer klikkend kijgen ze een steeds completer beeld.

Maar nu heb ik een manier gevonden om de lezer nog beter te manipuleren.

Ik ga zelf de volgorde bepalen waarin de lezer mijn stukjes leest. Ik neem ze stap voor stap mee (let op nu komt het) in een lineair proces.

Van begin tot eind, bepaal ik wat de lezer leest. Geen links, geen uitstapjes. Richting en tempo door mij bepaald.

Om dat te realiseren ga ik al die stukjes die ik schrijf uitprinten. In de goede volgorde leggen, en dan een nietje er door, zodat de lezer niet kan rommelen met die volgorde.

Nog even nadenken over dat nietje. Misschien zijn er wel mooiere manieren om die papieren aan elkaar vast te lijmen. En dan een mooie voorkant. En dan als pakketje opsturen, in plaats van via het web.

Dit wordt een hele nieuwe leeservaring.

Nog mooier zou het zijn als mensen vooraf met eigen ogen konden zien wat ze bestellen. Aanraken, bladeren, echt iets in handen hebben. Je zou daar speciale winkels voor kunnen inrichten. Winkels met allemaal verschillende papieren verhalen. Om in rond te neuzen.

Dit zou wel een het concept van de eeuw kunnen worden.

zaterdag 10 december 2011

een gesprek over geloof deel 3

hier staat deel 1 (het begin)

hier staat deel 2 (het antwoord)

Ik begon bijna andersom.

Mijn ouders waren remonstrants. Ze wilden ons nog wel iets van het geloof bijbrengen, maar meer dan een half jaar zondagschool is dat niet geweest. Zo vrijzinnig dat ze bang waren ons iets op te dringen.

In de jaren 70, en de (linkse) kringen waar ik op groeide was geloof “not done”. In het beste geval was je een “positivo”.

Ik ontdekte als kind dat ik niet helemaal paste in de wereld. In de puberteit ging dat schuren. Uiteindelijk gaf ik me gewonnen. Ik paste me zo goed aan dat ik mezelf vergat.

Ik zocht mezelf, maar deed dat stiekum, want na het “zoek je zelf” van Koot en Bie, had ik het gevoel dat ik mezelf daar ook belachelijk mee zou maken.

Een keer een Reiki cursus (al weet ik nog steeds niet of ik daar wel in geloof), een boek van Bhagwan, boeken over Bhoedisme, Tao, ik verslond ze.

Inmiddels was ik al zo hard tegen me zelf aan gelopen dat ik iets substantiëlers wilde dan boeken.

Maar ik wilde ook erg graag terug naar mijn wortels. Dus ik ging eens op zoek naar dat geloof van mijn ouders.

Ik ging naar een kerkdienst en voelde me meteen thuis. Mijn ouders waren inmiddels overleden, maar hier vond ik een stukje sfeer van vroeger. Lieve mensen, een mooie preek. En vooral geen hel en verdoemenis. Ik werd geaccepteerd zoals ik was, mét al mijn twijfels.

In een groep van mensen die ook weer opnieuw op zoek gingen naar geloof, scheef ik zelf mijn beleidenis. Wat betekenen God, de heilige geest en Jezus voor mij?

Ik heb het wat verheven geschreven, maar de kern is nog steeds waar.

Ik geloof dat in God alles is.
Er is niets buiten Gd.
In God is alles in liefde bijeen.
In God kunnen wij de verbondenheid met elkaar voelen.
In God voelen we de verbondenheid ervaren met alles wat we kunnen vermoeden, kunnen voelen, maar nooit helemaal zinnen kennen.
In verbondenheid met God zijn wij heel.
God kan ons helen, en wij kunnen elkaar helen, in verbondenheid met God.

God is voortdurend met ons, maar wij ervaren hem pas als wij kunnen loslaten.
Als we het wiel van onze onrust stil kunnen leggen ontstaat er een vacuüm waarin God geest kan binnen waaien. Vanuit deze stilte ontstaat beweging. Een ander soort beweging, een beweging met bezieling.
Deze beweging is goed te herkennen:
Ook al is ze krachtig, zij gaat gepaard met een gevoel van vrede en rust.
De beweging is altijd naar mensen toe.
Deze beweging doet een vonk overwaaien en doet zo ook anderen in beweging komen.
En in alles is de glorie te zien.

Ik geloof dat Jezus heeft laten zien blijvend in contact met God te zijn, als waren zij één.
In God is alles bijeen.
Jesus heeft ook dit ook daadwerkelijk en voortdurend zo ervaren.
Vanuit dit geloof heeft Jezus uit de bron kunnen putten van alles wat we kunnen vermoeden, kunnen voelen, maar nooit helemaal kunnen weten.
Jezus heeft ons getoond dat wij ook gebruik kunnen maken van deze bron.
Hij is ons voorgegaan.

Geloof is de manier waarop ik er voor zorg dat ik mezelf niet meer verlies.

Ik hou nog steeds niet van zieltjes winnen, maar ik vind het jammer dat de kerk waar ik kom, dat mooie toevluchtsoord, steeds leger wordt. Jammer dat het geloof vaak zo zwart-wit gezien wordt.
Ik zou meer en vaker mensen  deze manier tegemoet willen treden. Dat is vooral hoe ik om wil gaan met mijn geloof in de wereld: zoeken naar verbondenheid.


.

woensdag 30 november 2011

geloof

Ik praat weinig over mijn geloof.

Dat heeft verschillende redenen:

  • ik wil anderen er niet mee lastig valllen, ik heb een hekel aan zendingsdrang en bekeren. Ieder zijn eigen manier van omgaan met het geloof graag, ook als dat niet geloven is.
  • mijn geloof is nog redelijk vers: 4 juli 2006 belijdenis gedaan
  • ik kom heel veel niet gelovigen tegen die mij er van willen overtuigen dat geloven geloven toch echt niet meer van deze tijd is (over zendingsdrang en bekeren gesproken)
  • als het echt belangrijk wordt, worden woorden ontoereikender
En toen kwam ik een tweet van @StevenGort tegen over een preek. Leuk, want ik proefde daarin een manier van omgaan met geloven die mij ligt: heel persoonlijk. @StevenGort is sowieso een bijzondere mengeling van openheid, recalcitrantie, urgentie, en verantwoordelijkheid.

Daarom nodigde ik hem via twitter uit om het eens over ons geloof te hebben. Er kwam direct een welkom ja op. Of ik een suggesties had over de vorm?

Dit is mijn  suggestie. We gebruiken beiden ons eigen blog voor een dialoog over ons geloof.

Beste Steven,

Wat me trof in een tweet van jou, is dat geloof niet makkelijk is.

Mijn kerk (de remonstrantse) is zeer vrijzinnig. Ik heb een eigen geloofsbelijdenis mogen schrijven. 
Sommigen zeggen: te vrijzinnig. Een soort van keuze menu geloof. Je pikt er uit wat je bevalt of herinterpreteert net zo lang tot het je past.

Ja en Nee, wat mij betreft.

Bij het lezen van de bijbel, het beluisteren van een mooie bezinnende preek is het prettig als het een beetje schuurt, ongemakkelijk is. Dan gaat er namelijk iets bewegen, en kom je uit je comfortzone.

Toch staan er dingen die ik moeilijk weg kan slikken in de bijbel: Abraham, die zijn zoon offert (last minute rescue, maar toch). De slachtpartij na de dans rond het gouden kalf.

Dat zijn de dingen waar ik onzeker van wordt als mijn geloof wordt bekritiseerd. (wordt het dan ook op de proef gesteld?)

Hoe vrij mag een geloof zijn? Hoeveel interpretatie staan we toe?

dinsdag 29 november 2011

De waarheid over Cruijff en Van Gaal

Ze houden van elkaar.

En ze hebben elkaar flink pijn gedaan.

Zo simpel is het.

Nee ik weet niks van voetbal, en ik volg niet wat er bij Ajax gebeurt. Ik was nieuwsgierig en las dus een samenvatting van het hele gedoe. Wat hebben die twee gedaan dat ze elkaar zo in de weg zitten?

Wat ik tegen kwam is een paar flinke steken naar elkaar toe.

Als zulke steken hard genoeg aan komen dat ze zo zeer doen, betekent het dat ze van iemand komen die je serieus neemt. Van iemand die belangrijk voor je is. Die correlatie is recht evenredig.

Zouden ze het zelf beseffen?

Zouden ze hun eigen pijn opzij kunnen zetten? En wat zou dat opleveren?


Disclaimer:

Ik weet niets van voetbal. Vraag me naar namen en ik geef je: Vilibor Vasovich, Theo Palplatz (of Lazeroms), Rinus Israëls. Vraag me naar broertjes in voetbal en ik zeg Schoenmaker. Vraag me naar een keeper en ik zeg Heinz Stuij, Eddy Treitel, en ik denk dat Piet Schrijvers bij FC Twente keept. en dat alleen omdat mijn broer vroeger de plaatjes spaarde.

maandag 7 november 2011

doel en middel


Persoonlijke groei is:

Door krijgen dat je doel eigenlijk een middel is om een verderop gelegen doel te bereiken.

Je kunt geen kortere route kiezen die rechtstreeks naar dat verderop gelegen doel loopt.

Om de eenvoudige reden dat dat verderop gelegen doel nog niet bestaat.

Als je dacht dat dat kleinste Babushka poppetje er al die tijd al in zat heb je het mis. Elk poppetje verschijnt pas als je het grotere poppetje open maakt.

Er is geen kleinste poppetje. Er is geen ultiem doel.

Uiteindelijk blijkt het middel al die tijd het doel te zijn geweest. Maar dat weet je pas achteraf. Als je terug kijkt op je leven. Als je je doelen bereikt hebt.

Steeds als je je doel bereikt is het goed om dit te beseffen. Maar dan moet je het weer vergeten. Anders bereik je je volgende doel niet.


.

zondag 25 september 2011

verdwaald


"Verdwaald ben je pas, als jij . . . "
fluistert de mist,
". . . beslist dat je hier niet wil zijn.

Ik zag je lopen,
met later en straks in je hoofd,
beroofd van het nu.

Neem plaats in mijn bank,
bedank dit moment.

Bedenk wat je wist.

Daarom heb ik voor jou
de kortste weg gemist."


dinsdag 14 juni 2011

Personal branding, jezelf zijn. Maar hoe open kun je zijn?



Gisteren op #blogpraat kwam het voorbij: Hoe open kun je zijn op een Blog, (of op twitter, en andere sociale media).

Langzamerhand worden steeds meer mensen zich bewust van het fenomeen "personal branding". Alles wat je doet op internet draagt bij aan het beeld dat er van jou ontstaat. Alsof iedere burger opeens een politicus is staan de "mannetjesmakers" in de rij om adviezen te geven over hoe je de "social media tools" in kunt zetten voor je carrière.

Ik doe er zelf aan mee. Mijn klanten zoeken werk, en dan kun je geen kans onbenut laten.
En toch bekruipt de twijfel mij een beetje. . .

"Wees jezelf"
"Wees authentiek!"
Zonder dat we het merken knutselen we aan ons "authentieke imago".
Want reken maar dat we goed nadenken over welk stukje authentieke zelf we twitteren, bloggen en inlinken en facebooken.

Ja hoor, we durven best open te zijn. Onze persoonlijke verhalen te vertellen.
Toch ontdek ik dat daar een grens zit.
Die grens heeft te maken met het verschil tussen "daar en toen" en "hier en nu".

Ik kan heel open zijn over blunders die ik gemaakt heb. Gemoedstoestanden kan ik in mooie bewoordingen op mijn blog kwijt.

Maar dat zijn allemaal afgeronde zaken. Ik ben er klaar mee. De wond is dicht. Dekseltje gesloten en op een plank gezet. Je mag kijken, maar alleen door het plastic raampje dat aan de voorkant in het doosje zit. De deksel blijft dicht.

De boodschap "ik ben kwetsbaar" wordt direct aangevuld met "ik ben sterk, want ik heb het overwonnen".

Zo kom je dus vooral sterke mensen tegen. Je zou bijna gaan denken dat er alleen maar sterke mensen bestaan.

En wat dan als je midden in je ellende zit? Als de wond nog open en rouw is? Hoe lezen de verhalen van al die sterke mensen dan?

In zo'n geval lees je liever berichten van anderen, die in eenzelfde positie zitten. Daar voel je tenminste herkenning. Al is de kans groot dat je met elkaar gaat klagen.

Het lijkt wel of er zo twee werelden bestaan. Een nieuwe verdeling tussen de "haves" en de "have-nots". De successers en de ploeteraars.

Ik ken beide werelden. Sterker nog ik, slinger nog steeds tussen die twee heen en weer. Ik ken periodes waarin ik me geweldig voel. En soms wordt het me allemaal even te veel. In die periodes kan ik heel goed voelen wat sommige van mijn klanten voelen. De verlammende werking van onmacht.

Mijn wens is dat die twee werelden, die van de successers en die van de ploeteraars elkaar ontmoeten.

Dat de successers niet meteen hun neus ophalen.
En dat de ploeteraars niet meteen zich afkeren in jalouzie.

Ze hebben elkaar veel te leren.

Hoeveel successers komen niet in een burn-out terecht omdat ze niet kunnen loslaten? Dat kunnen die ploeteraars vaak wel. Als het moeilijk wordt: alles uit je handen laten donderen.

En die ploeteraars kunnen van de successers leren om zo veel van zichzelf te houden dat het de moeite gaat lonen om die boel eens wat langer vast te houden. Dat je wel degelijk zelf iets aan je succes kunt doen.

Om dat te bereiken is wat meer openheid nodig.

Openheid om te durven zeggen: "Ik kan het nu even niet alleen", zonder dat je daarmee je geloofwaardigheid verliest in je personal brand. En dan bedoel ik niet de stoere "ik ga hulp vragen", want dan ben je er al. Nee ik bedoel de hulpeloze "Ik zie het even niet meer zitten".

Openheid van de successers die ook hun momenten van twijfel kennen. Durf je die te laten zien, hier en nu? Dus niet straks, als je twijfel al weer is omgezet in een succes? Die twijfel moeten ze laten zien, want een boodschap van louter kracht komt niet aan bij een ploeteraar. (Ja, jij wel!)

Of ben ik te naïef?

Horen deze zaken niet op het net? Zijn dit dingen die binnenskamers moeten blijven?

Ik weet het niet.

Ik twijfel.

Aan de ene kant zet ik dit op internet onder mijn eigen naam. Dat ik ook soms een ploeteraar ben, die als het te moeilijk wordt dingen uit zijn handen laat vallen. Die ook af en toe (vol jalouzie) denkt bij de zoveelste jubeltweet: "Ja, jij wel".

Aan de andere kant: Ik zet het niet op mijn loopbaanblog. Daarvoor is het te persoonlijk. Ik zet dit op mijn meningenblog, een beetje in de schaduw. En ik hecht er aan te zeggen dat ik, als ik mensen succes wens op twitter, ik dat te volle meen. Ik ben dus niet helemaal een loser, ja?

Ik ga dit plaatsen zonder er een nachtje over te slapen.

zondag 27 maart 2011




misbruik van feedback

Met de regels van feedback krijgen mensen een machtig wapen in handen. Volgens die regels is elke verdediging uitgesloten. Als je op uitermate zorgvuldige (en dus uitvoerige) wijze te horen hebt gekregen wat er niet aan je deugt, mag je als feedbackontvanger alleen nog maar dankbaar zijn voor het cadeautje dat je zojuist hebt gekregen.  De feedbackgever omhult zich met een aura van onaantastbaarheid en stelt zichzelf en passant als norm.

Met ongevraagd feedback geven kun je mensen net zo vast zetten als met de opdracht: "Voer deze opdracht niet uit!"

Is dat overdreven? Ja.

Toch bevatten de feedbackregels een dubbelzinnigheid, en die wil ik graag blootleggen. 

Even vooraf:  Als iemand zelf vraagt om feedback,  zijn de regels heel zinnig. Dan is feedback een mooi instrument. Maar dan ook echt alleen als iemand er zelf expliciet om vraagt.

In alle andere gevallen bijten twee verschillende elementen in de feedback elkaar:

1.  Ik geef jou informatie over mij.
"Beschrijf het effect dat het op jou (feedbackgever) heeft en gebruik de ik vorm".
Prima! Dit is volgens mij het wezenlijke van feedback: informatie. De feedbackgever vertelt hoe het gedrag/de boodschap is overgekomen. De feedbackgever vertelt dus iets over zichzelf! Dat is inderdaad een cadeautje.

2. Ik geef jou informatie over jou.
In de regels staat ook ergens: "Beschrijf veranderbaar gedrag."
Hé, wacht eens even. Wordt ik als ontvanger geacht te veranderen? Hoe is dat er ingeslopen? Als ik een cadeautje krijg mag ik toch zelf weten wat ik er mee doe? Anders is het alsof iemand mij een groot schilderij geeft,  er meteen bij zegt op welke muur dat mooi zou staan, en een passant mijn huis opnieuw inricht.

1. klopt  en 2. is fout.
Nogmaals:  feedback gaat over de gever, niet over de ontvanger. Wees daar alsjeblieft duidelijk over! Die informatie koppelen aan veranderbaar gedrag van de ontvanger wekt de indruk dat het toch over de ontvanger gaat.

Geen feedback maar kritiek.
Als het je te doen is om het gedrag van de ander te beïnvloeden om dat jij je ergens aan stoort, prima. Zeg wat je niet bevalt aan het gedrag van de ander.
 Ook als mensen schadelijk gedrag naar anderen vertonen moet je ingrijpen. In dat geval is je interventie er in eerste instantie op gericht anderen te beschermen. Zorgvuldig en respectvol wijs je iemand terecht. (en de regels van feedback zijn ook in dat geval een goede richtlijn).

Ik wil dat echter geen feedback noemen, maar kritiek. Niet het belang van de kritiekontvanger staat hier centraal, maar het belang van jou of degene die je in bescherming neemt. De ontvanger hoeft niet blij te zijn met het cadeautje. Jij bent de muur waar de ander met zijn neus tegen aan loopt. Ik vind die rol wezenlijk anders dan die van feedbackgever.


Feedback geven doe je toch om de ander vooruit te helpen.
Maar als de ander daar zelf niet om gevraagd heeft, moet je jezelf afvragen of je hem wel helpt. Hij zal waarschijnlijk niet open staan voor feedback. Wat je bereikt is misschien zelfs het tegenovergestelde van wat je wil. Je geeft namelijk de boodschap dat de ander niet goed is zoals hij is.

En wat nu als je bij iemand een blinde vlek ziet? Toch mooi om hem daar met feedback op te wijzen?

Nee.

Mensen gaan gedrag pas veranderen als ze zelf last gaan krijgen van dat gedrag. Gewoon laten gaan dus. Kennelijk heeft iemand het nodig om nog wat vaker met zijn neus tegen de muur te lopen. Als de ander jou niet heeft aangewezen als zijn opleider moet je je ook niet gedragen als een opleider. 
Wat je wél kunt doen is mensen onvoorwaardelijk steunen. Dat hebben ze nodig als ze zich weer eens stoten. Als ze zich gesteund voelen zullen ze zich eerder open stellen voor feedback. Ze gaan er misschien wel zelf om vragen. Wacht tot dat moment met het geven van feedback, en doe het dán volgens de regels.

Niet mee bemoeien.
Ik ben dit nu als opvoeder aan het leren, en het is moeilijk. Hoe laat ik mijn kinderen hun eigen lessen leren? Hoe houd ik mijn mond als ik zie dat ze met ogen open ergens in trappen?  Soms houd ik mijn mond niet. Wat ik wel kan doen is op dat moment het "voor je eigen bestwil" verhaal achterwege te laten. Daar zitten ze niet op te wachten. Gewoon lekker ouderwets "omdat ik het zeg!" dus. Nu ben ik de muur, een andere keer weer het kussen.

En in de tussentijd?
Onvoorwaardelijk steunen dus. Een mooie manier waarop je dat kunt doen is een compliment geven voor de dingen die de ander wél goed doet. Dat is een echt cadeautje.
Zónder verbeterpunten, zónder sandwichformule.  #Durftewaarderen


dinsdag 22 februari 2011

Dogma

Als vervolg op mijn blog: zonde dacht ik even door.

Sociale media als nieuwe kerk. Een vergelijking die op vele punten volledig mank gaat natuurlijk. Maar toch maak ik hem. Want er zijn ook overeenkomsten en misschien zijn er lessen te leren uit het verleden.

Hoe zat dat met die kerk?

Die begon als vrijheidsbeweging. In een tijd waar slavernij de gewoonste zaak van de wereld was en het recht van de sterkste gold ging de boodschap van de kerk over vergeving, vrijheid, gelijkheid, broederschap. Een emancipatiebeweging.

Hoe is het gekomen dat een van oorsprong emanciperende beweging verwordt tot een instituut dat een man veroordeelt die ontdekt dat de zon niet om de aarde draait, maar andersom? Hoe gaat dat die overgang van Emancipatie naar Dogma?

Met de wetenschap, de nieuwe emanciperende beweging is iets dergelijks gebeurd. Ik ben zelf wetenschappelijk opgeleid en ben geschrokken van het heilige geloof in wetenschappelijk onderzoek.
Een wetenschapper zelf zal aangeven dat zijn beweringen de beste waarheid tot nu toe zijn, uitgaande van de waarnemingen en zorgvuldig uitgedachte methodes. Maar de kring rond de wetenschappers, de gebruikers, vergeten voor het gemak die slag om de arm. En zo produceert de wetenschap ook dogma's.


Zelfs de journalistiek, ook een emanciperende beweging (persvrijheid!), wordt een gevestigde orde. Het staat in de krant, dus het is waar.

En dan nu de sociale media. Emancipatie van de journalistiek. Bloggers, columnisten, twitter. Alle informatie ontsloten voor iedereen. Dat het een emanciperende beweging is blijkt wel uit de gebeurtenissen in Egypte.

Maar wanneer gaan in de sociale media de dogma's regeren?

Het lijkt onmogelijk. Internet is een plaats waar alle informatie te vinden is en waar iedereen de kans krijgt zijn zegje te doen. Maar mensen hebben soms lemming-neigingen. We zijn maar al te bereid om elkaar achterna te lopen, zelfs als we ons daarmee massaal in een afgrond storten.

Ik ben geen doemdenker. Ik houd van sociale media. Dit is geen waarschuwing voor het gevaar van de sociale media.
Tegelijkertijd weet ik dat, áls we ontdekken dat er een gevaar is, we te laat zijn.

Dus ben ik nieuwsgierig.
Welke dogma's zijn er aan het ontstaan?

De eerste heb ik al gevonden. In een prachtig Blog dat ik via twitter las. Namelijk het idee dat iedereen die zich niet met sociale media bezig houdt een beetje achterlijk is, en nodig opgevoed dient te worden.


Een andere hoorde ik van een ongeruste moeder. Kinderen krijgen geweldig veel erkenning via facebook en Hyves. Maar wat nu als kinderen hun eigenwaarde af laten hangen van het aantal volgers/likes?

Daarnaast verschijnen er steeds meer lijstjes met do's en dont's van de sociale media. Eén ervan heeft zelfs als titel "de 7 zonden van de sociale media".

Is mijn oorspronkelijke vergelijking dan toch niet zo gek?


Naschrift.
Misschien heeft het te maken met het door elkaar halen van doel en middel. Ik maak me daar met dit stukje ook schuldig aan.
Kerk, wetenschap, journalistiek, social media. Het zijn middelen.
Ik ga me maar weer eens richten op mijn doel.




.

zondag 20 februari 2011

Zonde

Sociale media zorgen voor een vloedgolf van mooie ontmoetingen. In eerste instantie online. Maar veel van deze ontmoetingen krijgen een real life opvolging. Netwerken heet dat. en het is niet alleen visiteaartjes uitwisselen.

Ik lees over inspirerende bijeenkomsten. Open coffees, 7 days of inspiration, waarmakerij, durftevragen bijeenkomsten. Ontmoetingsplaatsen, waar je met een nieuw opgeladen accu vandaan komt.

Mooi, zulke ontmoetingen. Met mensen praten over wat je bezielt. Samen ondernemen, mooie dingen doen.

Daarnaast kom ik op twitter ook erg veel teksten tegen over bezinning. Quotes en wijsheden. Maar ook persoonlijke belevingen die je aan het denken zetten. Ook hier weer: ontmoeting. Mensen raken elkaar even aan. En uit die aanraking kan beroering ontstaan, of ontroering.

Mooi, zulke ontmoetingen. Raken en je laten raken.

Zou het niet mooi zijn om op elke plaats in elke wijk regelmatig zulke ontmoetingen te realiseren? Niet alleen de "open coffees" voor netwerkende ondernemers, maar gewoon voor iedereen.

Er zou plek moeten zijn voor ontmoeting, maar ook voor bezinning en rust. Samen genieten van mooie muziek. Een lezing die je stof tot overpeinzing geeft. Een rustpunt in het jachtige bestaan. Liefst op een prachtige locatie.

Wekelijks op een vaste plaats en tijd. Als je komt ben je welkom.

Wacht eens even!
Zoiets is ooit al uitgevonden.
Heel erg lang geleden.

Prachtige kerken hebben we gebouwd. Een inspirerende plek voor bijzondere ontmoetingen met anderen en met het leven zelf.

Wat hebben we gedaan dat we deze plekken zo weinig gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn?
Jammer dat we zo iets moois hebben laten verworden. Zonde.

Hulde aan de kerken die nog wel deze functie hebben, die ruimzinnig omgaan met hun geloof.

Tijd voor herbezinning op de functie van kerken? Koppelen aan al die andere mooi initiatieven? Ik ben voor.

dialoog! geen debat!

Mijn kinderen krijgen op de middelbare school les in debatteren. Scholen kunnen zelfs meedoen aan wedstrijden, tot op landelijk niveau. Prachtig natuurlijk, maar een gemiste kans. Want waar we in Nederland en voor in onze politiek behoefte aan hebben is niet nog meer debat maar vooral dialoog.

Hoe feller je debatteert, hoe minder aandacht er is voor dialoog.

Dit ontdekte mijn zoon deze week. Hij studeert scheikunde en kreeg les in het voeren van een dialoog. In de exacte wetenschappen hebben ze door dat je daarmee dichter bij de oplossing komt.

De studenten werd eerst gevraagd om over een controversieel onderwerp te debatteren. Daarna moesten ze over datzelfde onderwerp de dialoog zoeken. Mijn zoon ontdekte dat hij, met het heftige debat nog in zijn achterhoofd, heel veel moeite had om met open vizier naar de argumenten van zijn gesprekspartner te luisteren. Hij voelde steeds de neiging om met een heftige "maar…!"  te komen.

Debatteren maakt dus het voeren van een dialoog erg lastig. Willen we onze kinderen dat leren?

In een dialoog maak je de voor en nadelen van beide standpunten bespreekbaar. Vervolgens ga je creatief op zoek naar een manier die van beide standpunten de voordelen uitbuit en die de nadelen zoveel mogelijk beperkt.

In een debat is de winnaar degene die de zwakke plekken van zijn tegenstander het best weet uit te buiten, en de mooiste one-liners gebruikt. Maar wat is er dan gewonnen?

Trek dit eens door naar de tweede kamer. Je zou toch willen dat daar mensen met elkaar oplossingen zoeken voor de problemen in de maatschappij. De manier waarop ze daar nu debatteren is niet de meest effectieve manier om dat te bereiken.

Dus, naast debatles, ook dialoogles op de middelbare school graag.

PS. deze stond op mijn loopbaanblog, maar past hier beter.